woensdag 4 juni 2014

Praktijkervaring Michelle

Met de dansschool hebben we een keer een optreden verzorgd in samenwerking met
een mannenkoor. Deze mannen verschilden van leeftijd tussen de 50 en de 85 jaar.

De indruk die de mannen op mij hebben gemaakt is dat ze heel sociaal en behulpzaam zijn.
Ze stelden een kleedkamer ter beschikking en pasten hun liedje qua tempo aan zodat wij er makkelijker op konden dansen.

Na het optreden hebben we nog een hele tijd met het koor en enkele toeschouwers van dezelfde leeftijdscategorie nagepraat onder het genot van een drankje. Het was erg gezellig! Ik ervaarde dat de ouderen heel sociaal waren en gewoon ook konden meepraten met de onderwerpen die voor ons belangrijk zijn. Ze hadden veel levenservaring en hadden vaak een andere kijk op dingen. Ik heb deze samenwerking als prettig ervaren.

De verschillende ontwikkelingen bij ouderen

Inleiding
De ouderdom is de levensfase die begint bij 65 jaar en loopt tot aan de dood. Deze fase wordt onder meer gekenmerkt door stoppen met werken, meer vrije tijd en nieuwe taken binnen de familie. Een ander woord voor oudere is ‘bejaarde’ of ‘senior’. 
In deze periode is meestal sprake van lichamelijke en geestelijke achteruitgang, maar het verschil tussen ouderen is in dit opzicht groot. Sommigen zijn nog gezond en volledig zelfredzaam, terwijl anderen ziekten of klachten krijgen, niet meer goed voor zichzelf kunnen zorgen en medische hulp nodig hebben. Veel ouderen behouden echter in opmerkelijke mate hun geestelijke vermogens en lichamelijke capaciteiten. 
De ouderdom kan worden beschouwd als de periode waarin alle ervaringen en vaardigheden die gedurende alle voorgaande levensfasen zijn verworven, tot een eenheid worden gesmeed (VGZ, 2014).

Lichamelijk ontwikkeling
Ouder worden brengt een groot aantal veranderingen met zich mee. Zo verandert de haarkleur, komen er meer rimpels, wordt de huid droger, trekt het tandvlees zich terug en hebben veel mensen een gebitsprothese nodig. 
Over het algemeen nemen lichamelijke kracht, lenigheid, reactiesnelheid, gezichtsvermogen en gehoor af. Veel voorkomende gezondheidsproblemen zijn onder andere gewrichtsaandoeningen, botbreuken, de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson, beroertes, kanker en hart- en vaatziekten. Factoren zoals erfelijkheid en leefwijze bepalen mede de mate waarin ouderen vatbaar zijn voor deze problemen(VGZ, 2014).

Verstandelijke ontwikkeling
De verstandelijke ontwikkeling tijdens de ouderdom wordt beschouwd als een ontwikkeling met verschillende dimensies. Sommige verstandelijke vermogens blijven op hetzelfde niveau, maar andere kunnen afnemen naarmate de leeftijd vordert. Daarnaast kunnen kleine veranderingen optreden in de manier waarop ouderen hun verstandelijke vaardigheden gebruiken. 
Het leervermogen neemt vaak af en ouderen hebben vaak meer tijd nodig om eenvoudige procedures aan te leren dan jongere volwassenen. Verstandelijke processen verlopen in de levensfase van ouderdom minder snel en nauwkeurig. Ouderen presteren daarom minder goed dan jongeren bij tests die binnen een vastgestelde tijd moeten worden uitgevoerd (VGZ, 2014).




Emotionele en sociale ontwikkeling
Volwassenen beginnen in de ouderdom vaak met de evaluatie van hun leven. Als ze positief en tevreden op hun leven kunnen terugkijken en het gevoel hebben dat ze geleefd hebben zoals ze wilden leven, worden ze zich ervan bewust dat hun leven zinvol is. Sommige ouderen zien hun ervaringen echter als mislukkingen en kunnen zich daardoor afvragen wat hun leven waard is geweest. Ze kunnen het gevoel hebben dat er te weinig tijd over is en beginnen angst voor de dood te voelen. Dit kan gevoelens van wanhoop veroorzaken (VGZ, 2014).

Factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling in de ouderdom
De ouderdom is de laatste levensfase van een mens. Iemand die steeds meer tevredenheid bij zichzelf ervaart, kan met het ouder worden de verworvenheden van het leven evalueren en koesteren, omgaan met verlies en zich voorbereiden op de dood. Als echter het gevoel overheerst gefaald te hebben in werk, relaties of het leven als geheel, kan eenzaamheid, wanhoop of depressiviteit ontstaan. 
Daarnaast kan de geestelijke gezondheid van oudere mensen ernstig worden aangetast door verschillende lichamelijke aandoeningen. Het oudere lichaam is zeer vatbaar voor ziekte en letsels ('de ouderdom komt met gebreken'). Ouderen kunnen hierdoor afhankelijk worden en de voortdurende zorg en aandacht van anderen nodig hebben. 
Sociale en culturele factoren kunnen eveneens het leven van een oudere beïnvloeden. In onze, sterk op jongeren gerichte maatschappij waarin ouderen worden onderschat en over het hoofd worden gezien, kunnen zij zich eenzaam en neerslachtig gaan voelen (VGZ, 2014).


Bron: www.gezondvgz.nl

Wat is socialisatie? En wat is socialisatie specifiek bij ouderen?

Socialisatie kan verwijzen naar het proces waarbij iemand, bewust en onbewust, de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd.
Een andere beschrijving van socialisatie is het proces van adaptatie en integratie van nieuwkomers binnen een menselijk verband, waarin cultuur-overdracht van de ene generatie op de volgende een centrale rol speelt (Zwaan, 1993). Normen en waarden overbrengen hoort daar ook bij.
Als men kijkt naar de normen en waarden van de verschillende leeftijdsgroepen en de tijd waarin ze opgegroeid zijn, is er degelijk een verschil tussen leeftijdsgroepen. Jongeren zijn meer individualistisch ingesteld. Ouderen houden zich vast aan wat hun van jongs af aan al met de paplepel is ingegoten. Je moest volgens bepaalde normen en waarden leven (van de kerk bijvoorbeeld) en overtrad je een norm werd je daarop aangekeken. Dingen die nu aanvaardbaar zijn, waren toen groot taboe. Bovendien zal levenservaring ook wel een rol spelen, ouderen hebben meer meegemaakt en hechten zich daarom meer aan (bepaalde) normen en waarden.
Uit het onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het regeringsbeleid is ook gebleken dat jongeren over het algemeen vinden dat onze waarden en normen niet achteruit gaan. Ouderen zien deze tendens meer en vinden onze normen en waarden wel achteruit gaan (Raad van Ministers, 2003).


Raad van Ministers. (2003) WRR-Rapport Waarden en normen en de last van het gedrag, Amsterdam, p 88.

Etniciteit onder de doelgroep ouderen

De laatste jaren is de groei onder allochtonen in Nederland erg omhoog geschoten, zo ook bij de oudere generatie.
Op 1 januari 2012 telde Nederland 3,5 miljoen allochtonen op een totale bevolking van 16,7 miljoen. Dit betekent dat 21% van de bevolking van allochtone afkomst was.


Er is een duidelijk verschil tussen de herkomstlanden wat betreft de omvang van de eerste en tweede generatie mensen. Dit komt omdat een aantal landen een langere migratiegeschiedenis hebben dan andere landen. Denk aan de tweede wereldoorlog en de gevolgen daarvan.
Op figuur 1 is te zien dat de landen Indonesië en Duitsland de grootste tweede generatie mensen hebben die in Nederland wonen. In figuur 2 is te zien dat de leeftijd van de westerse allochtonen relatief hoog is. Onder de westerse allochtonen is 17% ouder dan 65, wat vergelijkbaar is met het aandeel 65-plussers (18%) onder de autochtone bevolking. Dit betekent dus dat er in Nederland ongeveer  evenveel 65 plussers van beide categorieën leven. 


 Figuur 1: Westerse allochtonen, de 15 meest voorkomende landen.                             Figuur 2: Westerse allochtonen naar leeftijd en geslacht.

De leeftijdsstructuur van de niet-westerse allochtonen is jonger dan die van de autochtone bevolking en de westerse allochtone bevolking in Nederland, dit is op figuur 3 te zien. Op 1 januari 2012 was 33% van de niet-westerse allochtonen jonger dan twintig jaar; dat is ruim anderhalf keer meer dan in de rest van de bevolking (19% is jonger dan 20 jaar)







Figuur 3: Niet-westerse allochtonen naar leeftijd en geslacht.














Bron: www.nationaalkompas.nl

Manal's praktijkervaring

Vrijdag 23-05 ben ik samen met mijn moeder naar haar werk gegaan. Mijn moeder werkt in een bejaardenhuis in de wijk Kollenberg in Sittard. Mijn moeder heeft me voorgesteld aan de verpleegsters daar en heeft mij een rondleiding gegeven. Toen ik alles gezien had was ik wel benieuwd naar de bewoners daar en hoe zij het vonden.

Mijn moeder stelde me voor aan een hele lieve vrouw genaamd Annie (fictieve naam). Deze vrouw is uiteindelijk ook mijn informant geworden voor de individuele taaktoets. Annie vertelde mij uitgebreid over hoe zij het in het bejaardenhuis vond en hoe zij het ervaarde om een “ouderen” te zijn in deze maatschappij. Naast de leuke, vrolijke verhaaltjes kwamen ook de emotionele verhalen naar boven. Deze verhalen hebben mij allemaal weten te raken en ik merkte dat ik het ook echt interessant vond.

Ik ben naar het bejaardenhuis gegaan met de instelling “dat-het-moest-van-school” en “wanneer-mag-ik-weg?”, maar ik betrapte mijzelf erop dat ik het eigenlijk niet erg vond om daar te zijn. Sterker nog, ik vond het zelfs leuk. Het was indrukwekkend om te horen wat Annie allemaal had meegemaakt en hoe zij ermee omging. De indruk die ik had van ouderen, namelijk dat ze altijd deden klagen, maakte plaats voor een andere gedachte. Ik begon respect te krijgen voor Annie en was me ervan bewust dat zij vast niet de enige was die dit allemaal heeft moeten maken in de jaren dat zij leeft.


Annie is 86 jaar en dus al behoorlijk op leeftijd, maar zij was nog goed in staat om vele dingen te doen. Zo vertelde ze bijvoorbeeld dat ze graag lange afstanden aflegt tijdens een wandeling. Ik heb urenlang gesprekken gevoerd met Annie en ben blij dat ze mij een kijkje heeft laten nemen in haar leven. Dit heeft mij veel bewuster gemaakt van mijn eigen vooroordelen.

Cleo's praktijkervaring

Ik ben samen met mijn oma op een zaterdag ochtend mee geweest naar haar yogales. Dit is elke zaterdag om 10:00 tot 11:00. De gymschool waar ze deze les heeft ligt dicht bij haar in de buurt dus we waren lopend gegaan.

Het was een volle les. Er waren veel vrouwen tussen de 40 en 80 jaar.  De les begon eerst met een warming up. Veel stretchen en op de ademhaling letten. Het verbaasde mij hoe goed de oudere vrouwen nog mee konden doen. Natuurlijk waren de oefeningen wel op hun aangepast maar zo konden alles goed bijhouden. Voor mijzelf was het een beetje te rustig. Ik werd ook een beetje moe door de rustgevende muziek en de langzame oefeningen.

Toen het uurtje voorbij was zijn mijn oma en ik nog even buiten gaan kletsen met andere vrouwen. Mijn oma kent deze mensen dus ze wilde dat ik mij even zou voorstellen. De lerares kwam ook nog even naar me toe en vroeg aan mij hoe ik het vond. Uit beleefdheid heb ik verteld dat ik het erg leuk vond. Ik kon het niet maken om te zeggen dat ik het saai vond, iets wat in principe ook een vooroordeel is.


Het verbaasde mij dat oudere vrouwen nog zoveel doen om fit te blijven. Ik vond het leuk om te zien dat zij er nog veel plezier aan hadden. Ondanks dat mijn oma veel alleen is vind ik het fijn om te zien dat ze door haar yoga les even contact heeft met de andere oudere vrouwen. Zo heeft ze wel sowieso 1 keer per week interactie met anderen. 

Sean's praktijkervaring

Als ik aan praktijkervaring denk, denk ik aan een stage of een werkervaring met ouderen. In principe heb ik geen ervaring met deze 2 dingen, maar denk ik wel dat ik genoeg praktijkervaring heb omdat ik vaak met ouderen in aanraking kom bij de voetbalclub, tijdens school projecten of in het dagelijks leven. Als je het zo bekijkt, heeft iedereen wel een praktijkervaring met ouderen.

Tijdens de vorige leerperiode op school hebben wij studenten een adviesrapport voor de gemeente Sittard-Geleen moeten schrijven waarbij wij adviezen gaven over de manier waarop zij mensen met een beperking konden laten participeren in de wijk Leyenbroek in Sittard. De wijk Leyenbroek is een wijk waarin veel ouderen wonen.
Om een beter beeld te krijgen over een advies dat gegeven moest worden, zijn wij studenten de wijk in gegaan en hebben gepraat met de mensen in de wijk over het thema participatie. Gezien het feit dat er in de wijk veel ouderen aanwezig waren, zijn wij toen veel in aanraking gekomen met de oudere mens.

Tijdens deze interviews viel het mij op dat de ouderen erg vriendelijk waren en open stonden voor het onderwerp participatie, voornamelijk gericht op de participatie van mensen met een beperking.


Verder zijn wij in het ouderencentrum Vivantes in Geleen geweest om daar een interview te houden met een persoon die nauw betrokken was bij het onderwerp participatie van de mensen met een beperking. Omdat wij in dit ouderencentrum aanwezig waren, kregen wij vragen van de ouderen over onze aanwezigheid in het ouderencentrum. Ik ervaar de ouderen dus als een zeer betrokken, nieuwsgierige doelgroep die openstaat voor verandering, zolang deze verandering goed uitgelegd wordt richting de doelgroep. 

maandag 2 juni 2014

Sekse, gender & seksualiteit

2,7 miljoen ouderen in 2012
De bevolking van Nederland is geleidelijk aan het vergrijzen. Vergrijzing houdt in dat het aandeel ouderen in de totale bevolking toeneemt (zie Icoon: Interne link naar documentWat zijn de belangrijkste ontwikkelingen in het verleden?). Op 1 januari 2012 telde Nederland 2,7 miljoen ouderen (personen van 65 jaar en ouder). Dit komt neer op 16% van de totale bevolking. Daarnaast is sprake van 'dubbele vergrijzing'. Dit houdt in dat binnen de groep 65-plussers het deel 80-plussers toeneemt. Op 1 januari 2012 waren er 686.000 mensen van 80 jaar en ouder, wat neerkomt op 4% van de bevolking. Van de 65-plussers was 25% ouder dan 80 jaar (Nationaalkompas, 2013).

Meer oude vrouwen dan oude mannen
Van alle 65-plussers was op 1 januari 2012 1,2 miljoen man (44%) en 1,5 miljoen vrouw (56%). Onder de 80-plussers was zelfs 65% vrouw. De oudere bevolking is dus ongelijkmatig samengesteld naar geslacht: hoe hoger de leeftijd, hoe kleiner het aandeel mannen in de bevolking (zie figuur 1). Dit hangt direct samen met verschillen in sterftekansen naar geslacht: op alle leeftijden hebben mannen een hogere sterftekans dan vrouwen (zie ook Icoon: Interne link naar documentSterfte). In de toekomst zullen deze scheve geslachtsverhoudingen wel minder scheef worden vanaf 70-jarige leeftijd, omdat het verschil in levenverwachting tussen mannen en vrouwen kleiner zal worden (Garssen, 2011). 


Figuur 1: Aandeel mannen en vrouwen in de oudere bevolking (personen vanaf 65 jaar) naar leeftijd, 1 januari 2012 (Bron: CBS Bevolkingsstatistiek). 


Seksuele Oriëntatie
Roze Ouderen Salon
Maandelijks op vrijdag kleurt locatie Delfshove roze. Zo laten we zien dat roze ouderen van harte welkom zijn! Iedere laatste vrijdag van de maand opent 'De Roze Ouderen Salon' haar deuren voor een ongedwongen, gezellige ontmoeting tussen senioren (vanaf 55 jaar) met een andere seksuele geaardheid. Een bijeenkomst speciaal voor homoseksuele, lesbische, biseksuele en transgender ouderen uit de buurt, stad en omgeving. Tijdens deze bijeenkomsten staat gezelligheid voorop en komen diverse thema’s en (homoseksuele) onderwerpen aan bod (Pieter van Foreest, n.d.).

Bron: www.pietervanforeest.nl

Religie en ouderen

Religie en spiritualiteit tijdens de ouderdom
Een groot deel van de ouderen zijn gelovig en vinden spiritualiteit een belangrijk onderdeel van hun leven. Tegelijkertijd gaat de helft minder dan één keer per maand naar de kerk. Volwassen vrouwen zijn geloviger dan mannen en ze participeren meer in een georganiseerd geloof. In de VS worden langzaam maar zeker de baptisten en het katholieke geloof minder aangehangen. Men staat ook minder achter geloofsorganisaties en hun leiders, en in de spirituele- en morele status van de natie. Tegelijkertijd wordt men toleranter voor andere geloven. Deels komt dit door de babyboomgeneratie die experimenteren en onafhankelijk denken nastreeft. 
De sterkte van de geloofsovertuiging kan variëren tijdens het leven: bijvoorbeeld jongvolwassen sterk, middelbare leeftijd zwak en met ouderdom weer sterk. Een betekenisvol geloof hebben en daar actief aan deelnemen is gecorreleerd met meer levensgeluk. De richting van de causale relatie is echter nog niet duidelijk.
Religie en gezondheid
Doorgaans is er ook een positief verband tussen geloof en gezondheid, op enkele stromingen na die bijvoorbeeld medicijnen afzweren. Mogelijk dat dit positieve effect op gezondheid sterker geldt voor vrouwen, zo bleek uit longitudinaal onderzoek (McGullough  en Laurenceau, 2005). Deze positieve effecten ontstaan waarschijnlijk doordat sommige religies: een vorm van gezondheidszorg-steun geven, gezondheidsgedrag bevorderen  en sociale steun geven waardoor angst, depressie en eenzaamheid voorkomen wordt. Geloof genereert vaak ook hoop en de motivatie tot herstel. Sommige onderzoeken laten zien dat bidden stress, pijn en spierspanning kan verlichten. HIV patiënten die aanmerkelijk langer leefden dan verwacht, onderscheiden zich door een actief geloof.
Religie in ouderen volwassenen
Tussen de 55 jaar en de 70 jaar neemt de spiritualiteit sterk toe. Bij vrouwen is die toename sterker dan bij mannen. Er is een correlatie tussen religie op jongere leeftijd en op latere leeftijd, in die zin is het ‘jong geleerd, oud gedaan’. Mensen van 65 jaar zijn meer gelovig dan jongeren en ook meer actief daarin. Ouderen met een sterk geloof hebben meer zelfwaarde, zien meer de zin van het leven, hebben meer levenstevredenheid en zijn meer optimistisch (McGullough  en Laurenceau, 2005). Geloof of spiritualiteit helpt ouderen omgaan met het verlies en afscheid die de ouderdom met zich meebrengt. In de laatste levensjaren neemt de kerkgang af, maar neemt de religiositeit en de daaruit ervaren steun vaak toe. Extra voordeel van actieve deelname door ouderen is dat ze daardoor adviezen aan jongeren kunnen geven en op deze wijze sociaal betekenisvol kunnen participeren. Soms nemen ze binnen een religieuze setting ook rollen op die ze op jongere leeftijd niet konden vervullen.
Ook bidden en mediteren is gecorreleerd met langer leven, zo bleek uit een onderzoek onder christelijke gelovigen. Mogelijk omdat het de stressreactie dempt (McGullough  en Laurenceau, 2005).
McCullough, M. E., & Laurenceau, J. P. (2005). Religiousness and the trajectory of self-rated health across adulthood. Personality and Social Psychology Bulletin, 31(4), 560-573.



Klasse en talent ouderen

Klasse:

Men kan de ontwikkelingsfase van bejaarden in twee periodes indelen:

-         De vroege ouderdom;
      Dit zijn jonge ouderen van 65 tot 75 jaar. Men spreekt ook wel eens van jong bejaarden. Zij zijn net met pensioen en hebben dus voldoende financiële middelen. Zij zijn meestal nog gezond en zeer actief, ze gaan bv. nog regelmatig fietsen. Deze bejaarden hebben nog voldoende mogelijkheden om van het leven te kunnen genieten.

-         De late ouderdom; Dit zijn ouderen van 75 jaar en ouder. Men spreekt hier ook wel eens van hoog bejaarden. Zij zijn meestal minder actief en hebben een minder goede conditie en gezondheid. Zij zijn vaak afhankelijk en hulpbehoevend.( Lisse, 2006)

Dementerende ouderen:Dementie is een gevolg van een hersenaandoening, meestal de ziekte van Alzheimer of een vaataandoening. Dementie wordt vaak geassocieerd met ouderdom, maar is geen onvermijdelijk gevolg van ouderdom. De meeste 65-plussers functioneren verstandelijk gezien goed. Het geheugen en het denken wordt doorgaans wel wat trager en minder flexibel met het ouder worden, maar dat is een heel natuurlijk proces. Bij dementie worden denken, oriëntatievermogen, begrip, leer- en oordeelvermogen en taalgebruik minder, terwijl het bewustzijn helder blijft. Maar het meest opvallende aspect van dementie zijn de ernstige geheugenproblemen. In het begin tast dementie het korte-termijngeheugen het meest aan. Later breiden de problemen zich ook uit over het lange-termijngeheugen. Het opnemen van nieuwe informatie lukt niet meer, en er ontstaan problemen met lezen, praten, schrijven en rekenen.( Mondriaan, 2014)

Bron: www.mondriaan.nl

Ouderen met een beperking:
Een op de vijf ouderen heeft lichamelijke beperkingen
In 2007 had een op de vijf ouderen van 55-80 jaar een of meer lichamelijke beperkingen. Moeite met bewegen komt het meest voor. Het aantal ouderen met deze beperking daalt wel sinds 1996. Hoe lager de opleiding of het inkomen, hoe meer ouderen met een of meer functiebeperkingen.

Vrouwen hebben vaker beperkingen
Oudere vrouwen hebben vaker functiebeperkingen dan oudere mannen. Een kwart van de vrouwen heeft last van lichamelijk ongemak, van de oudere mannen is dat 16 procent. De lichamelijke beperkingen nemen toe met het klimmen van de jaren. In 2007 gaf 14 procent van de 55- tot 60-jarigen aan beperkingen te hebben, bij de 75- tot 80-jarigen was dit 38 procent.

Beperkingen in bewegen gedaald
Problemen met bewegen komt het vaakst voor, gevolgd door beperkingen in het zien en in het horen. Het afgelopen decennium is het aandeel ouderen met een of meer beperkingen gedaald. Dit komt vooral doordat minder ouderen moeite met bewegen hebben. In 1996 had 18 procent van de ouderen problemen met de beweeglijkheid, in 2007 was dit 14 procent.

Hoe lager de opleiding, hoe vaker een functieprobleem.
Hoe lager opleiding of inkomen, hoe meer lichamelijke problemen. Een op de drie ouderen in de laagste inkomensklasse of met alleen lager onderwijs wordt geconfronteerd met beperkingen. Van de ouderen in de hoogste inkomenklasse of met een hoge opleiding heeft 12 procent beperkingen.

Bron: www.gezondheid.nl

Werkende ouderen:
Het aantal werkende 55-plussers is de afgelopen 20 jaar meer dan verdubbeld en zal in de komende jaren blijven stijgen. Dit stelt uitkeringsinstantie UWV in zijn donderdag gepubliceerde Kennisverslag.

De belangrijkste factoren achter deze ontwikkeling zijn de financiële prikkels van de overheid en het hogere opleidingsniveau van deze groep werknemers. De groeiende arbeidsparticipatie van ouderen betekent echter ook dat meer ouderen een beroep doen op een arbeidsongeschiktheids- of werkloosheidsuitkering.

Bron: www.volkskrant.nl

Relaties
 Alleen zijn is ook maar alleen. Ook voor senioren zijn relaties en andere contacten van vitaal belang. Ze willen samen oud worden. Daarnaast willen ze bestaande contacten onderhouden en nieuwe mensen ontmoeten. Het leven staat niet stil na 60. Ouderen willen over het algemeen nog zoveel als mogelijk met anderen om kunnen gaan.

Wonen
Om goed te kunnen leven dient je huis een baken van rust en veiligheid te zijn. Uitzonderingen daargelaten, geldt dat voor alle mensen. Hoe kijken senioren naar hun woonplek? Zij willen wonen in een gemêleerde buurt met mensen van verschillende leeftijden. Het liefst blijven ze in hun vertrouwde buurt. Bij hen leeft dan ook een grote wens om hun eigen woning aan te passen, zodat ze niet hoeven te verhuizen. Ouderen willen daarbij ook zo lang mogelijk zelfstandig en plezierig wonen.

Talent/Handicap:
Wat zijn senioren eigenlijk voor soort mensen? Het is mogelijk een algemene beschrijving, een soort van psychologisch profiel, van deze steeds groter wordende groep Nederlanders te maken.
Het zijn mensen met eigentijdse wensen. Ze zijn niet saai, maar hip en actief als het kan.
Senioren zijn kritische consumenten voor wie de prijs minder belangrijk is, maar KWALITEIT en persoonlijke aandacht daarentegen wel belangrijk zijn.

Het verlies van rollen
Verlies is een overkoepelend thema bij ouderen, en dat begint bij het verlies van rollen. Als de kinderen het huis uit zijn vervalt de rol als verzorger, en het pensioen betekent het einde van de rol als werkende. Daarmee, zegt Aarssen, "staat het ouder worden in het teken van overgangsmomenten. Het is de fase dat familiebanden weer belangrijker worden, maar ook veranderen. De rol van verzorger verschuift bijvoorbeeld vaak van ouder naar kind." Het zijn juist die overgangen die voor problemen kunnen zorgen. Engel: "Een reactie die we vaak zien is 'claimgedrag' - moeders die de hele dag bij hun volwassen kinderen aan de telefoon hangen en zich overal mee bemoeien. Tot de omgeving er helemaal gek van wordt." Aarssen vult aan: "Eén familie had zelfs een hotline voor hun moeder, een aparte telefoon waar alleen zij het nummer van had. Dan wisten ze in elk geval als zij het was die belde."

Hier blijkt ook meteen het belang van een systemische benadering voor problematiek bij ouderen: de problemen zijn vaak relationeel van aard, wat betekent dat de omgeving onderdeel is van het probleem, én van de oplossing. Dat begint al bij het feit dat ouderen meestal door anderen worden aangemeld voor hulp. Aarssen: "Dat kunnen de kinderen zijn, of de huisarts, of iemand van een verpleeg- of verzorgingshuis." Problemen bij ouderen die door de omgeving gesignaleerd worden zijn bijvoorbeeld verwaarlozing, eenzaamheid, depressie of verslaving aan alcohol of medicatie. Engel: "Ook zien we veel dat oude trauma's weer naar boven komen. Juist door het ouder worden en het verlies van rollen, raken mensen ook hun oude copingstrategieën kwijt. Hard en veel werken is bijvoorbeeld een beproefde strategie om traumatische ervaringen weg te drukken. Als mensen dan stoppen met werken komt dat allemaal weer naar boven. Bij de huidige generatie ouderen spelen vaak oorlogstrauma's weer op." ( Vehmeyer, 2014)

Bron: www.rino.nl

Sociale kaart doelgroep ouderen

Voor ouderen zijn de meest voorkomende organisaties waar zij terecht kunnen met hun problemen hieronder weergegeven.

-          Paramedici;       Fysiotherapeut, ergotherapeut, cesartherapie, logopedist, diëtiste
-          Thuiszorg;          Wijkverpleegkundigen, verzorgenden, huishoudelijk medewerkers
-          Maatschappelijk werkers, psychologen
-          Afhankelijk van regionale afspraken;    Casemanagers dementie
-          Welzijnsorganisaties;    Coördinator, vrijwilligers
-          Verzorgingshuizen;        Verzorgende, teamleiders
-          Verpleeghuizen              ;              Specialiste ouderengeneeskunde, maatschappelijk werker
-          GGZ ouderenzorg;         Psychiatrisch verpleegkundige
-          Poli’s ziekenhuizen;       Verpleegkundige

Gemeente Sittard- Geleen heeft verschillende activiteiten voor ouderen op het gebied van sport. Het doel van deze activiteiten is dat de senioren laagdrempelig (weer) aan het sporten of bewegen te krijgen. Dit is goed voor hun gezondheid en ook goed voor welzijn omdat het een goed gevoel heeft. Dit heeft te maken doordat sproten in een groepsverband plaats vindt, zo heeft sporten ook een sociale kant. Het sociale netwerk van de senioren kan zo in stand blijven.  Professionele organisatie zijn PIW en de Sportstichting. 
Activiteiten van de professionele instellingen:

-         Fit ouder worden
-         Meer bewegen voor ouderen
-         Zwemmen voor ouderen (en bepaalde groepen)

Activiteiten  van de vrijwilligersorganisaties:
-         koersbal
-         Jeu de boules
Activiteiten algemeen ; Dit geregeld door de GGD ZL.
-         Preventiewerk ouderen
-         Preventiewerk roken
-         Preventiewerk alcohol

De gemeente heeft ook professionele instellingen di informatie en adviezen geven. Dit met als doel zelfredzaamheid van de ouderen te vergroten.  Zo zouden de meeste ouderen langer zelfstandig in hun woning/ woonomgeving kunnen blijven wonen. Dit wordt over de hele stad aangeboden. De laatste drie activiteiten  van hieronder zijn activiteiten van vrijwilligersorganisaties.
-          Zorgloket
-          Algemeen maatschappelijk werk
-          Bieb aan huis
-          Ouderenwijzer
-          Geheugentraining
-          Raad en daad
-          Sociaal raadsliedenwerk
-          Steunpunt mantelzorg
-          Wel zo handig
-          Sociale alarmering
-          Clientondersteuning
-          Ouderen adviseurs
-          Informatiemiddagen en avonden
-          Dag van de ouderen

Verder heeft de gemeente ook verschillende activiteiten die gericht zij op ontmoeting en sociale culturele activiteiten. Het gaat dan voornamelijk om de sociale relaties te versterken. Dit wordt vaak in gezet om eenzaamheid te voorkomen of te wel op te lossen. Deze activiteiten worden vaak aangeboden van uit de wijkontmoetingscentra waar alle aanbieders gebruik van kunnen maken. Dit wordt aangeboden door Orbis, Vivantes en PIW en vele vrijwilligersorganisaties bijvoorbeeld KBO, ANBO, zonnebloem, etc.
-          Maatschapesproject voor ouderen
-          Telefooncirkel
-          Maaltijdvoorziening
-          Clientondersteuning
-          Sociale alarmering
-          Sociaal culturele activiteiten

In het wijk- of buurtcentrum worden ook aantal activiteiten georganiseerd door vrijwilligers. Zoals;
-          Open inloop
-          Kienen
-          Sjoelen
-          Wandelen
-          Rummicub
-          Cursus bloemschikken
-          Cursus veiligheid voor ouderen
-          Computercursus
-          Kookcursus
-          Zingen
-          Bridgen
-          Handwerken
-          Feestmiddag/ avond
-          Bezoeken zieken
-          Uitstapjes
-          Ouderesoos

-          Creaclub

dinsdag 27 mei 2014

De opdracht

Ouderen worden bijna dagelijks geconfronteerd met vooroordelen, discriminatie, stereotyperingen en andere vormen van negatieve beeldvorming. Dit wordt ook wel het ageïsme genoemd. Vaak is deze beeldvorming niet gebaseerd op eigen ervaringen maar zijn deze juist meer ontstaan vanuit denkpatronen die je aangeleerd hebt gekregen en hebben daarom ook een plek verworven in de maatschappij.


Vooroordelen zijn snel gevormd, maar unieke mogelijkheden en kwaliteiten vinden in een ander vergt wat meer tijd. Als wij eens de moeite zouden nemen om ouderen echt te leren kennen, zullen wij wellicht een heel ander persoon zien dan dat onze eerste indruk ons doet vermoeden. Jammer genoeg zien we vaak dat mensen dit contact juist uit de weg gaan en hierdoor ook vaak onbewust blijven hangen in een onvolledige en negatieve beeldvorming.

Je doelgroep leren kennen is essient voor een Social Worker, maar soms heb je natuurlijk ook je eigen vooroordelen. Wij, Social Workers, moeten daarom ook bereid zijn om vanuit een positieve insteek een zoektocht te starten naar kwaliteiten en mogelijkheden.

Het is daarom ook belangrijk om intersectioneel te denken. Wij moeten in staat kunnen zijn om een persoon vanuit verschillende invalshoeken te benaderen en niet alleen stilstaan bij wat een persoon niét kan, maar juist te kijken naar de krachten en mogelijkheden die iemand heeft. Het is daarom van essentieel belang om bereid te zijn contact te leggen met mensen. En dat is precies wat we gaan doen!

Wat gaan we doen?

Op 26 juni a.s. zal in en om het gebouw van Zuyd Hogeschool aan de Sportcentrumlaan de manifestatie ‘kracht in beeld’ plaatsvinden. Een evenement waar wij als opleiding Social Work juist die groeperingen die in het dagelijks leven vaak te maken krijgen met negatieve beeldvorming op een respectvolle en realistische wijze in beeld gaan brengen. De aandacht zal daarbij niet enkel en alleen uitgaan naar de belemmeringen of beperkingen die door deze groeperingen ervaren worden, maar juist ook naar de kracht van deze personen. Het belooft een zeer leuke en inspirerende dag te worden maar deze kan er niet komen zonder de inzet van de medestudenten en de bezoekers.

maandag 12 mei 2014

Vanuit de praktijk

Vanuit de theorie

Ervaring in de praktijk 3

Ervaring in de praktijk 2

Linda's praktijkervaring

Kienen in café de Saloon
De eigenaar heeft zelf initiatief genomen om op verschillende avonden kienen te organiseren.
Iedere maandag, dinsdag en vrijdag is er vanaf 19.15 uur kienen, voor jong en oud. Iedereen is welkom, er komen voornamelijk ouderen.
Soms is er ook op de zondag middag of avond kienen, dit verschilt per week.
Het café ligt centraal, alles is dichtbij. Voor de deur is een bushalte en het treinstation.  Verder is het ongeveer 15 minuten lopen van het woonzorgcentrum ‘de Bron’ vandaan.
Iedereen is welkom, je hoeft maar te komen. je hoeft je ook niet aan te melden. Je kan overigens als je dit zelf wilt wel lid worden, dit wil dan zeggen dat als je 10 x bent geweest krijg je 10 euro korting. En eens in de zoveel tijd is dat je 1x gratis kan kienen.

Er komen veel ouderen op af, het is een goed initiatief wat de eigenaar heeft opgezet. Je ziet ook dat ze er plezier in hebben en doordat het meerdere keren per week is, is er meestal altijd wel een avond dat ze kunnen komen. maar wat me op viel is dat de meeste ouderen toch altijd op de zelfde dagen komen.

Thuiszorg Envida
Ouderen die in aanmerking komen met thuiszorg , zijn ouderen die niet meer alle taken kunnen doen alles rondom het huishouden. De gemeente wilt dat deze ouderen ook zolang mogelijk zelfstandig blijven wonen.
Deze ouderen kunnen bijvoorbeeld; dement zijn, parkinson hebben, iemand die blind is, etc. De thuiszorg wordt geregeld door de mantelzorg, dit is meestal iemand van de familie.
De thuiszorg kijkt gemiddeld 3 uur de tijd, om alle taken te voldaan. Dit ligt per persoon anders, wat zijn de taken die ze zelf niet meer kunnen doen. Bijvoorbeeld soms moeten ze de ouderen ook helpen met opruimen, dit wilt dan zeggen dat ze eerst moeten gaan opruimen voordat ze kunnen gaat poetsen. Maar ook aan de taken die er gedaan moeten worden de ene persoon kan de was nog zelf ophangen, en de andere kan dit zelf niet meer.
De ouderen betalen de thuiszorg, maar dit verschilt per ouderen hoeveel ze moeten betalen er wordt gekeken naar het inkomen (pensioen). Dit wilt bijvoorbeeld zeggen: dat persoon A; € 11,00 betaalt voor 3 uur, en persoon B; € 28,00 per uur betaalt. Dit kan enorm verschillen. 
De taken die de thuiszorg doet is de zware taken van het huishouden overnemen bijvoorbeeld; stofzuigen, dweilen, ramen wassen, was ophangen.
De thuiszorg mag de taken doen wat voor in huis zijn, maar niet buitenshuis, dus de tuin wordt niet gedaan door de thuiszorg. Ze mogen overigens niet alleen in huis zijn, verder mogen ze ook niet meer naar de winkel gaan om boodschappen te doen of eten te koken. En krijgen de thuiszorg regelmatig huisbezoek, dit wilt eigenlijk zeggen dat ze onverwachts langs komen om te controleren als er wel aan de regels word gehouden.
Verder zorg de thuiszorg er ook voor dat de ouderen nog in beweging blijven door bijvoorbeeld hun zelf te laten af stoffen, het is namelijk belangrijk dat de ouderen wel nog blijven beweging, dit kunnen ze stimuleren door kleinere taken te geven, de meeste ouderen willen ook graag meehelpen.
Als er iets is gebeurd wat de thuiszorg opmerkt bij de ouderen zoals; het gas van het fornuis open laten staan, als de dementie sneller achteruit gaat, weg lopen etc. dan moet de thuiszorg hier altijd een melding van maken.
Er kunnen ook situatie voordoen wat niet prettig voelt voor de thuiszorg zoals agressie, seksuele opmerkingen etc. hier moeten ze ook een melding van maken als er zo iets gebeurd, dit wordt dan verder nagekeken en hoe.
Tijdens werkoverleg is het belangrijk dat iedereen zijn verhaal kan vertellen, over situatie waar je je niet prettig bij hebt gevoelt. Zo kan iedereen van elkaar leren, wat doe je in een uitzonderlijke situatie of wat moet je juist niet doen.  
De thuiszorg weet nog niet wat ze in de toekomst kunnen gaan verwachten, op dit moment zijn de verwachtingen niet erg goed. In september gaat de gemeente weer kijken als ze nog uren kunnen gaan inkorten op de thuiszorg. Dit wilt dan zeggen dat de thuiszorg geen 3 uur meer heeft, maar nog 1 uur en 20 minuten. De gemeente gaat kijken hoeveel hulp er nu eigenlijk echt nodig is. Om zo dus de uren weer te korten.


Wat ik belangrijk vind waar de thuiszorg ook aandacht aangeeft is dat de ouderen in beweging blijven, de taken die ze nog kunnen doen deze ook nog doen. Verder vind ik het ook goed dat de thuiszorg aandacht geeft aan de medewerkers doormiddel van dat werkoverleg, uitzonderlijke situatie te bespreken.  Zo wordt het niet in de doof bot gestopt, maar toch niet op terug gekeken.
De gemeente heeft plannen om de uren te gaan inkorten, het is overigens niet zeker als dit ook gaat gebeuren maar als dit gaat gebeuren, denk ik zelf dat er minder mensen zelfstandig kunnen blijven wonen. Ze willen dat ze mensen zolang mogelijk zelfstandig blijven wonen maar juist om het zo extreem in te korten, kunnen veel ouderen hierdoor juist niet meer zelfstandig wonen. 

HC 19 Organisatiekunde 1

De groepering ouderen organiseert zich op veel verschillende manier, dit komt omdat de groep ouderen een hele grote groep is. Veel organisaties zijn betrokken bij en/of ziektepreventie voor de doelgroep ouderen. Hieronder vindt u een aantal van deze organisaties en  initiatieven die kennis over ouderen bundelen..

Organisatie voor ouderen:

- Stichting consument en veiligheid:         Voorlichting aan ouderen, ondersteunen van projecten door samenwerking met partijen in het veld. Proberen het aantal en de ernst van ongevallen in privé/ sfeer terug te brengen.

- NISB:                   Bevorderen beweging van ouderen doormiddel van sport.

- NIGZ:                  Gezondheidsbevordering gericht op ouderen

- Vilans :                Gericht op het welzijn van ouderen met onderwerpen als eenzaamheid en dementie. Vilans werkt zowel nationaal als lokaal.

- Trimbos instituut          Projecten gericht op dementie, depressie, angststoornissen en veslavingsproblematiek bij ouderen.

- Nationale stichting de zonnebloem:          Bezoeken aan ouderen die aan huis gebonden zijn en organiseren uitstapjes. Landelijke vrijwilligers organisatie.

- Stichting welzijn en ouderen (SWO):        Projecten gericht op zelfstandigheid en zelfredzaamheid (activiteitenprojecten) bij ouderen.

- GGD:                   Voorlichting voor ouderen, ontwikkelen, ondersteunen en uitvoeren
                               preventieprojecten op het gebeid van depressie, eenzaamheid, beweging, ongevallen en valpreventie, gezonde voeding en mantelzorg. De GGD werkt samen met diverse andere onderzoeken.

- GGZ:                     Cursussen en voorlichtingsdagen gericht op depressie, dementie en angststoornissen bij ouderen.

- Gemeenten:    Preventieprojecten gericht op gezondheidsbevordering, welzijn en maatschappelijke participatie van ouderen

- Thuiszorg:         Voorlichting )cursussen en themabijeenkomsten’ voor ouderen. Vooral gericht op bewegen en Gezonde voeding, maar ook ondersteuning van projecten gericht op het psychosociale vlak. Projecten worden vooral op lokaal niveau geïmplementeerd.

- Verzorgings- en verpleegtehuizen:          Activiteitenprojecten en voorlichtingsbijeenkomsten over diverse onderwerpen voor ouderen.

- Huisartsen:       Gezondheidsonderzoeken, vroeg opsporingen. Geven bijvoorbeeld jaarlijks de griepprik aan onder andere ouderen boven de 60 jaar.

- Consultatiebureau voor ouderen (CBO):            Het consultatiebureau voor ouderen biedt klantgericht en preventieve zorg voor ouderen. Het cbo heeft geen eenzijdige medische focus maar is vooral gericht op de mogelijkheden van mensen, beschikbaarheid van hulpbronnen zoals inkomen, sociaal netwerk, mantelzorg, zelfzorgvermogen en mobiliteit en eigen verantwoordelijkheid nemen.

- Buurtcentra:    Activiteiten projecten die eenzaamheid en isolement bij ouderen proberen te voorkomen. Organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten voor ouderen, bijvoorbeeld over veiligheid en bewegen.


Initiatieven die kennis over ouderen bundelen;

- Kenniscentrum ouderen:       Brengt informatie over ouderen en ouderzorg bijeen, waaronder informatie over consultatiebureaus voor ouderen en preventief huisbezoek. Ze maken ook deze informatie toegankelijk en toepasbaar en dragen de informatie over aan uiteenlopende gebruiksgroepen in de praktijk en het beleid.

- Kennisnetwerk valpreventie:  Het doel van het kennisnetwerk Valpreventie senioren is het stimuleren van uitwisseling van wetenschappelijke kennis en ervaringen tussen onderzoekers en praktijkmensen bijvalpreventie van ouderen.

- Topinstituut gezond en succesvol ouder worden:        Het is een publiek- private partnerschip tussen kennisinstellingen, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Het doel is het bevorderen van het actief en zelfstandig functioneren van ouderen.

- Platform consultatiebureau voor ouderen:     Dit is een landelijk kennisnetwerk van vertegenwoordigers van bestanden cbo die zijn opgezet vanuit de thuiszorg en andere zorginstellingen, GGD- en stichtingen welzijn ouderen. Maar ook vertegenwoordigers van ouderenbonden, en onderzoekers nemen deel aan dit platform. De aard en functie van de cbo’s verschillen onderling. Het platform heeft samen met het kenniscentrum ouderen een visiedocument en werkmethodiek ontwikkeld om de kwaliteit te garanderen en om te bevorderen dat cbo’s dezelfde werkwijze gaan hanteren.

- Nationaal programma ouderenzorg:       Hier gaat de zorg voor ouderen met complexe hulpvragen verbeteren. Zo veel mogelijk organisatie die een rol spelen in de zorg voor kwetsbare ouderen, slaan daarvoor landelijk en regionaal de handen ineen. Het gaat om zorg over de volle breedte, zoals medische zorg, langdurige zorg, welzijn, mantelzorg en preventie. het doel is een samenhangend zorgaanbod dat beter is afgestemd op de individuele behoeften van ouderen.


Het beeld wat de ouderen over zichzelf presenteren aan de buiten wereld is dat oude mensen
niet interessant zijn, ze praten of zeuren alleen over vroeger, ze hebben kwaaltjes, ze worden vergeetachtig, ze zijn traag en het is vermoeiend steeds maar te moeten herhalen wat je al een aantal keer hebt verteld. Maar ook zijn oude mensen wijs en mild zijn, ze zijn lief en houden van kleine kinderen.  

HC 18 Ethiek en diversiteit 2

HC 17 Culturele antropologie en diversiteit 4






De vrouw die heb ik geïnterviewd is een vrouw van 80 jaar. Zij heeft een rolpatroon als een huis vrouw en een lerares.  De gender verwachting van mevrouw klopt zij doet eigenlijk precies wat van haar verwacht wordt. Ze heeft altijd voor de kinderen gezorgd en thuis altijd koken en poetsen. De normen waren vooral ‘’ vrouw achter het aanrecht’’ dit heeft zij ook altijd gedaan. Nu ze ouder is zorgt ze voor haar zelf en kookt ze steeds minder. Ze krijgt nu ook poetshulp. Ze gaat eigenlijk mee met de maatschappij. Omdat ze lichamelijk achter uit gaat kan ze steeds minder. Daarom laat ze nu ook veel dingen door haar doen.

HC 16 Sociologie en diversiteit 1

-       Probeer de plek van de groepering binnen de samenleving te beschrijven. Met andere woorden; hebben zij een volwaardige plaats binnen de Nederlandse samenleving? Hiervoor kun je begrippen gebruiken zoals interdependentie, cohesie, ongelijkheid, macht sociale positie en kapitaal. (grotendeels uit OLP1 en OLP4).

De opdracht was om de groepering binnen deze samenleving te beschijven, maar wie kan dat beter dan de groepering zelf? Informant Annie (86) wilde deze vraag maar al te graag beantwoorden. Dit was voor haar een kans om eindelijk “gehoord” te worden. 

Volgens Annie ziet de maatschappij haar als een oud en versleten persoon. Dat komt omdat als anderen gesprekken met haar willen voeren, zij deze graag kort willen houden. Haar kleindochters willen ook al na een halfuurtje weer weg. Zij ervaart dit als vervelend, omdat zij het gevoel krijgt alsof ze andere mensen tot last is.

Dit gevoel krijgt ze ook als zij geholpen wordt door verpleegsters. “Sommigen kijken zo nors dat ik gewoon spontaan de neiging krijg om te zeggen “Hé, laat maar. Ik doe het zelf wel!”, maar ik hou me dan in, omdat ik jammer genoeg toch afhankelijk ben van hen (persoonlijke mededeling, 24 mei).”

Volgens Annie zijn de jongeren veel te verwend en te lui. “Als ze mij alleen al moeten helpen met aankleden, dan zuchten ze en puffen ze. Vroeger was het veel anders. Dan moesten wij al het huishouden doen, voor onze man en kinderen zorgen en sommige vrouwen hadden zelfs nog een bijbaantje. Dat zie ik de jeugd van tegenwoordig niet meer doen. Soms als ik een wandeling maak met Betty, dan loop ik een klein rondje in het park en word ik alweer gek van het lawaai en geroep dat afkomstig is van de hangjongeren (persoonlijke mededeling, 24 mei).”

Zelfwaardering ontstaat volgens Annie niet zomaar. Ieder mens heeft een bepaalde behoefte aan een positief zelfbeeld. Tegenwoordig is het moeilijk om ondanks de negatieve beeldvorming alsnog van je zelf te houden. “Ik ben een volwaardig persoon. Ik ben ook jong geweest en zij zullen ook ouder worden. Wat telt is dat wij allemaal eens geboren zijn, wij allemaal nog steeds ademen en wij allemaal ook sterven. Waarom is iemand dan beter dan een ander (persoonlijke mededeling, 24 mei)?”

-       In hoeverre is of wordt de groepering beschouwd als deviant en welke conflicten liggen aan de basis van deze tegenstelling? In welke mate zijn processen zoals stigmatisering, etikettering, stereotypering, self fulfilling prophecy van toepassing? (grotendeels uit OLP2)

De negatieve beeldvorming van “ouderen” en “ouder worden” heeft ook te maken met de plaats die bejaarden innemen in deze maatschappij. Deze beeldvorming wordt uiteraard ook beïnvloed door de media. Als we de media mogen geloven dan bestaan er in Nederland nauwelijks 65 plussers. In Nederland lijkt er een motto te zijn ontstaan waardoor ouderen worden afgekeurd. Als je jong en jeugdig bent dan kun je alles bereiken wat je wilt. Ben je oud? Dan word je enkel belemmerd door je leeftijd en vertoon je ouderdomskenmerken. De etikettering door de media is nadelig voor de ouderen, omdat zo het ageïsme wordt gestimuleerd. De groepering ouderen wordt als een stereotype neergezet en worden niet bekeken als een volwaardig, individueel persoon. 


De belangrijkste positieve ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan zijn:

-        Dat bevolkingsgroepen niet meer zo vastzitten aan strikte kaders.
-        Dat mensen die bijvoorbeeld homo- en/of biseksueel of transgender zijn, grotendeels geaccepteerd worden in de samenleving.
-        Dat Nederland een multicultureel land is.
De belangrijkste negatieve ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan zijn:
-        Dat er zo veel wordt bezuinigd op zorg.
-       Dat virtuele contacten vaak verkozen worden boven persoonlijk contact.
-       Dat ouders zo veel moeten werken om alles rond te krijgen, dat ze weinig tijd met hun kinderen kunnen doorbrengen.

De ingroup, de samenleving, komt nu weer terug in aanmerking (door de bezuinigingen) met ouderen, de outgroup. Ouderen moeten zo lang mogelijk in hun eigen huis blijven wonen en zo nodig verzorgt worden door bijvoorbeeld hun kinderen of kleinkinderen. Dit zorgt ervoor dat de in- en outgroup meer in contact met elkaar komen, of dit nou bewust of uit noodzaak is. 

HC 15 Agogiek en diversiteit (Gerontagogiek 2)

HC 14 Economie: algemene economie 1

HC 13 Culturele antropologie en diversiteit 3

Ons groepslid Manal heeft deze opdracht gemaakt. Hieronder vindt u de resultaten.


Uitgaande van de gedachte dat religie van alle tijden is en in elke samenleving voorkomt is het interessant om stil te staan bij de betekenis van religie voor jezelf en voor je groepering. Op wat voor manier probeert jouw groepering grip te houden op situaties waar ze zelf niet alle controle over hebben? Hoe gaan ze om met onzekerheden waar ze geen grip op hebben en op welke manier proberen ze toch invloed uit te oefenen? En hoe ben jij daar zelf mee bezig?

Als ik kijk naar mijn eigen persoonlijke ervaring, speelt religie een grote rol. Ik ben zelf niet islamitisch opgevoed en heb op eigen kracht mijn geloof moeten ontdekken en mij daarin moeten verdiepen, maar ben uiteindelijk wel blij dat ik dat heb gedaan. Religie is voor mij een steunpunt geworden. Als het moeilijker wordt of er gebeuren juist positieve dingen in mijn leven, dan wend ik mij altijd weer naar God om of om hulp te vragen of om Hem te bedanken. Het gebed is voor mij een bindmiddel om de relatie tussen mij en God te onderhouden.


Voor het gros van onze groepering is religie ook heel belangrijk. Mijn informant Annie (86) vertelde dan ook welke rol religie had in haar leven. Zij zegt dan ook: “Zonder religie zou ik denk ik niet zijn waar ik nu ben. Zonder God zou ik niet het geduld en de kracht kunnen opbrengen om sterk te blijven in de oorlog en het verlies van mijn broer te verwerken. Ook ben ik God nog elke dag dankbaar voor de kracht die Hij me schonk om over de dood van mijn man te komen. Harry.. Ik weet niet hoe ik het gered zou hebben zonder God. Iedere zondag nam ik de kinderen bij de hand mee naar de kerk om hen te laten zien hoe mooi het geloof kan zijn. Mijn kleinkinderen hebben dit niet meegekregen van hun ouders, zoals zij dat van mij hebben en ik weer van mijn ouders. Dit vind ik jammer. Het zou heel wat zorgen afnemen als je God's aanwezigheid voelt en waardeert (persoonlijke mededeling, 24 mei).”