Met de dansschool hebben we een keer een optreden verzorgd in samenwerking met
een mannenkoor. Deze mannen verschilden van leeftijd tussen de 50 en de 85 jaar.
De indruk die de mannen op mij hebben gemaakt is dat ze heel sociaal en behulpzaam zijn.
Ze stelden een kleedkamer ter beschikking en pasten hun liedje qua tempo aan zodat wij er makkelijker op konden dansen.
Na het optreden hebben we nog een hele tijd met het koor en enkele toeschouwers van dezelfde leeftijdscategorie nagepraat onder het genot van een drankje. Het was erg gezellig! Ik ervaarde dat de ouderen heel sociaal waren en gewoon ook konden meepraten met de onderwerpen die voor ons belangrijk zijn. Ze hadden veel levenservaring en hadden vaak een andere kijk op dingen. Ik heb deze samenwerking als prettig ervaren.
Een blog over de beeldvorming en vooroordelen over de doelgroep ouderen
woensdag 4 juni 2014
De verschillende ontwikkelingen bij ouderen
Inleiding
De ouderdom is de levensfase die begint bij 65 jaar en loopt tot aan de dood. Deze fase wordt onder meer gekenmerkt door stoppen met werken, meer vrije tijd en nieuwe taken binnen de familie. Een ander woord voor oudere is ‘bejaarde’ of ‘senior’.
In deze periode is meestal sprake van lichamelijke en geestelijke achteruitgang, maar het verschil tussen ouderen is in dit opzicht groot. Sommigen zijn nog gezond en volledig zelfredzaam, terwijl anderen ziekten of klachten krijgen, niet meer goed voor zichzelf kunnen zorgen en medische hulp nodig hebben. Veel ouderen behouden echter in opmerkelijke mate hun geestelijke vermogens en lichamelijke capaciteiten.
De ouderdom kan worden beschouwd als de periode waarin alle ervaringen en vaardigheden die gedurende alle voorgaande levensfasen zijn verworven, tot een eenheid worden gesmeed (VGZ, 2014).
De ouderdom is de levensfase die begint bij 65 jaar en loopt tot aan de dood. Deze fase wordt onder meer gekenmerkt door stoppen met werken, meer vrije tijd en nieuwe taken binnen de familie. Een ander woord voor oudere is ‘bejaarde’ of ‘senior’.
In deze periode is meestal sprake van lichamelijke en geestelijke achteruitgang, maar het verschil tussen ouderen is in dit opzicht groot. Sommigen zijn nog gezond en volledig zelfredzaam, terwijl anderen ziekten of klachten krijgen, niet meer goed voor zichzelf kunnen zorgen en medische hulp nodig hebben. Veel ouderen behouden echter in opmerkelijke mate hun geestelijke vermogens en lichamelijke capaciteiten.
De ouderdom kan worden beschouwd als de periode waarin alle ervaringen en vaardigheden die gedurende alle voorgaande levensfasen zijn verworven, tot een eenheid worden gesmeed (VGZ, 2014).
Lichamelijk
ontwikkeling
Ouder worden brengt een groot aantal veranderingen met zich mee. Zo verandert de haarkleur, komen er meer rimpels, wordt de huid droger, trekt het tandvlees zich terug en hebben veel mensen een gebitsprothese nodig.
Over het algemeen nemen lichamelijke kracht, lenigheid, reactiesnelheid, gezichtsvermogen en gehoor af. Veel voorkomende gezondheidsproblemen zijn onder andere gewrichtsaandoeningen, botbreuken, de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson, beroertes, kanker en hart- en vaatziekten. Factoren zoals erfelijkheid en leefwijze bepalen mede de mate waarin ouderen vatbaar zijn voor deze problemen(VGZ, 2014).
Ouder worden brengt een groot aantal veranderingen met zich mee. Zo verandert de haarkleur, komen er meer rimpels, wordt de huid droger, trekt het tandvlees zich terug en hebben veel mensen een gebitsprothese nodig.
Over het algemeen nemen lichamelijke kracht, lenigheid, reactiesnelheid, gezichtsvermogen en gehoor af. Veel voorkomende gezondheidsproblemen zijn onder andere gewrichtsaandoeningen, botbreuken, de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson, beroertes, kanker en hart- en vaatziekten. Factoren zoals erfelijkheid en leefwijze bepalen mede de mate waarin ouderen vatbaar zijn voor deze problemen(VGZ, 2014).
Verstandelijke
ontwikkeling
De verstandelijke ontwikkeling tijdens de ouderdom wordt beschouwd als een ontwikkeling met verschillende dimensies. Sommige verstandelijke vermogens blijven op hetzelfde niveau, maar andere kunnen afnemen naarmate de leeftijd vordert. Daarnaast kunnen kleine veranderingen optreden in de manier waarop ouderen hun verstandelijke vaardigheden gebruiken.
Het leervermogen neemt vaak af en ouderen hebben vaak meer tijd nodig om eenvoudige procedures aan te leren dan jongere volwassenen. Verstandelijke processen verlopen in de levensfase van ouderdom minder snel en nauwkeurig. Ouderen presteren daarom minder goed dan jongeren bij tests die binnen een vastgestelde tijd moeten worden uitgevoerd (VGZ, 2014).
De verstandelijke ontwikkeling tijdens de ouderdom wordt beschouwd als een ontwikkeling met verschillende dimensies. Sommige verstandelijke vermogens blijven op hetzelfde niveau, maar andere kunnen afnemen naarmate de leeftijd vordert. Daarnaast kunnen kleine veranderingen optreden in de manier waarop ouderen hun verstandelijke vaardigheden gebruiken.
Het leervermogen neemt vaak af en ouderen hebben vaak meer tijd nodig om eenvoudige procedures aan te leren dan jongere volwassenen. Verstandelijke processen verlopen in de levensfase van ouderdom minder snel en nauwkeurig. Ouderen presteren daarom minder goed dan jongeren bij tests die binnen een vastgestelde tijd moeten worden uitgevoerd (VGZ, 2014).
Emotionele en sociale
ontwikkeling
Volwassenen beginnen in de ouderdom vaak met de evaluatie van hun leven. Als ze positief en tevreden op hun leven kunnen terugkijken en het gevoel hebben dat ze geleefd hebben zoals ze wilden leven, worden ze zich ervan bewust dat hun leven zinvol is. Sommige ouderen zien hun ervaringen echter als mislukkingen en kunnen zich daardoor afvragen wat hun leven waard is geweest. Ze kunnen het gevoel hebben dat er te weinig tijd over is en beginnen angst voor de dood te voelen. Dit kan gevoelens van wanhoop veroorzaken (VGZ, 2014).
Volwassenen beginnen in de ouderdom vaak met de evaluatie van hun leven. Als ze positief en tevreden op hun leven kunnen terugkijken en het gevoel hebben dat ze geleefd hebben zoals ze wilden leven, worden ze zich ervan bewust dat hun leven zinvol is. Sommige ouderen zien hun ervaringen echter als mislukkingen en kunnen zich daardoor afvragen wat hun leven waard is geweest. Ze kunnen het gevoel hebben dat er te weinig tijd over is en beginnen angst voor de dood te voelen. Dit kan gevoelens van wanhoop veroorzaken (VGZ, 2014).
Factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling in de ouderdom
De ouderdom is de laatste levensfase van een mens. Iemand die steeds meer tevredenheid bij zichzelf ervaart, kan met het ouder worden de verworvenheden van het leven evalueren en koesteren, omgaan met verlies en zich voorbereiden op de dood. Als echter het gevoel overheerst gefaald te hebben in werk, relaties of het leven als geheel, kan eenzaamheid, wanhoop of depressiviteit ontstaan.
Daarnaast kan de geestelijke gezondheid van oudere mensen ernstig worden aangetast door verschillende lichamelijke aandoeningen. Het oudere lichaam is zeer vatbaar voor ziekte en letsels ('de ouderdom komt met gebreken'). Ouderen kunnen hierdoor afhankelijk worden en de voortdurende zorg en aandacht van anderen nodig hebben.
Sociale en culturele factoren kunnen eveneens het leven van een oudere beïnvloeden. In onze, sterk op jongeren gerichte maatschappij waarin ouderen worden onderschat en over het hoofd worden gezien, kunnen zij zich eenzaam en neerslachtig gaan voelen (VGZ, 2014).
Bron: www.gezondvgz.nl
Wat is socialisatie? En wat is socialisatie specifiek bij ouderen?
Socialisatie kan verwijzen naar het proces waarbij iemand, bewust en onbewust, de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd.
Een andere beschrijving van socialisatie is het proces van adaptatie en integratie van nieuwkomers binnen een menselijk verband, waarin cultuur-overdracht van de ene generatie op de volgende een centrale rol speelt (Zwaan, 1993). Normen en waarden overbrengen hoort daar ook bij.
Als men kijkt naar de normen en waarden van de verschillende leeftijdsgroepen en de tijd waarin ze opgegroeid zijn, is er degelijk een verschil tussen leeftijdsgroepen. Jongeren zijn meer individualistisch ingesteld. Ouderen houden zich vast aan wat hun van jongs af aan al met de paplepel is ingegoten. Je moest volgens bepaalde normen en waarden leven (van de kerk bijvoorbeeld) en overtrad je een norm werd je daarop aangekeken. Dingen die nu aanvaardbaar zijn, waren toen groot taboe. Bovendien zal levenservaring ook wel een rol spelen, ouderen hebben meer meegemaakt en hechten zich daarom meer aan (bepaalde) normen en waarden.
Uit het onderzoek van de Wetenschappelijke Raad voor het regeringsbeleid is ook gebleken dat jongeren over het algemeen vinden dat onze waarden en normen niet achteruit gaan. Ouderen zien deze tendens meer en vinden onze normen en waarden wel achteruit gaan (Raad van Ministers, 2003).
Raad van Ministers. (2003) WRR-Rapport Waarden en normen en de last van het gedrag, Amsterdam, p 88.
Etniciteit onder de doelgroep ouderen
De laatste jaren is de groei onder allochtonen in Nederland
erg omhoog geschoten, zo ook bij de oudere generatie.
Op 1 januari 2012 telde Nederland 3,5 miljoen allochtonen op een totale bevolking van 16,7 miljoen. Dit betekent dat 21% van de bevolking van allochtone afkomst was.
Op 1 januari 2012 telde Nederland 3,5 miljoen allochtonen op een totale bevolking van 16,7 miljoen. Dit betekent dat 21% van de bevolking van allochtone afkomst was.
Er is een
duidelijk verschil tussen de herkomstlanden wat betreft de omvang van de eerste
en tweede generatie mensen. Dit komt omdat een aantal landen een langere
migratiegeschiedenis hebben dan andere landen. Denk aan de tweede wereldoorlog
en de gevolgen daarvan.
Op figuur 1 is te zien dat de landen Indonesië en Duitsland de grootste tweede generatie mensen hebben die in Nederland wonen. In figuur 2 is te zien dat de leeftijd van de westerse allochtonen relatief hoog is. Onder de westerse allochtonen is 17% ouder dan 65, wat vergelijkbaar is met het aandeel 65-plussers (18%) onder de autochtone bevolking. Dit betekent dus dat er in Nederland ongeveer evenveel 65 plussers van beide categorieën leven.
Op figuur 1 is te zien dat de landen Indonesië en Duitsland de grootste tweede generatie mensen hebben die in Nederland wonen. In figuur 2 is te zien dat de leeftijd van de westerse allochtonen relatief hoog is. Onder de westerse allochtonen is 17% ouder dan 65, wat vergelijkbaar is met het aandeel 65-plussers (18%) onder de autochtone bevolking. Dit betekent dus dat er in Nederland ongeveer evenveel 65 plussers van beide categorieën leven.
Figuur 1: Westerse allochtonen, de 15 meest voorkomende landen. Figuur 2: Westerse allochtonen naar leeftijd en geslacht.
De leeftijdsstructuur van de niet-westerse allochtonen is jonger dan die van de autochtone bevolking en de westerse allochtone bevolking in Nederland, dit is op figuur 3 te zien. Op 1 januari 2012 was 33% van de niet-westerse allochtonen jonger dan twintig jaar; dat is ruim anderhalf keer meer dan in de rest van de bevolking (19% is jonger dan 20 jaar)
Figuur 3: Niet-westerse allochtonen naar leeftijd en geslacht.
Bron: www.nationaalkompas.nl
Manal's praktijkervaring
Vrijdag
23-05 ben ik samen met mijn moeder naar haar werk gegaan. Mijn moeder werkt in
een bejaardenhuis in de wijk Kollenberg in Sittard. Mijn moeder heeft me
voorgesteld aan de verpleegsters daar en heeft mij een rondleiding gegeven.
Toen ik alles gezien had was ik wel benieuwd naar de bewoners daar en hoe zij
het vonden.
Mijn
moeder stelde me voor aan een hele lieve vrouw genaamd Annie (fictieve naam).
Deze vrouw is uiteindelijk ook mijn informant geworden voor de individuele
taaktoets. Annie vertelde mij uitgebreid over hoe zij het in het bejaardenhuis
vond en hoe zij het ervaarde om een “ouderen” te zijn in deze maatschappij.
Naast de leuke, vrolijke verhaaltjes kwamen ook de emotionele verhalen naar
boven. Deze verhalen hebben mij allemaal weten te raken en ik merkte dat ik het
ook echt interessant vond.
Ik
ben naar het bejaardenhuis gegaan met de instelling “dat-het-moest-van-school”
en “wanneer-mag-ik-weg?”, maar ik betrapte mijzelf erop dat ik het eigenlijk
niet erg vond om daar te zijn. Sterker nog, ik vond het zelfs leuk. Het was
indrukwekkend om te horen wat Annie allemaal had meegemaakt en hoe zij ermee
omging. De indruk die ik had van ouderen, namelijk dat ze altijd deden klagen,
maakte plaats voor een andere gedachte. Ik begon respect te krijgen voor Annie
en was me ervan bewust dat zij vast niet de enige was die dit allemaal heeft
moeten maken in de jaren dat zij leeft.
Annie
is 86 jaar en dus al behoorlijk op leeftijd, maar zij was nog goed in staat om
vele dingen te doen. Zo vertelde ze bijvoorbeeld dat ze graag lange afstanden
aflegt tijdens een wandeling. Ik heb urenlang gesprekken gevoerd met Annie en
ben blij dat ze mij een kijkje heeft laten nemen in haar leven. Dit heeft mij
veel bewuster gemaakt van mijn eigen vooroordelen.
Cleo's praktijkervaring
Ik ben samen met mijn oma op een zaterdag ochtend mee geweest
naar haar yogales. Dit is elke zaterdag om 10:00 tot 11:00. De gymschool waar
ze deze les heeft ligt dicht bij haar in de buurt dus we waren lopend gegaan.
Het was een volle les. Er waren veel vrouwen tussen de 40 en 80 jaar. De les begon eerst met een warming up. Veel
stretchen en op de ademhaling letten. Het verbaasde mij hoe goed de oudere
vrouwen nog mee konden doen. Natuurlijk waren de oefeningen wel op hun
aangepast maar zo konden alles goed bijhouden. Voor mijzelf was het een beetje
te rustig. Ik werd ook een beetje moe door de rustgevende muziek en de langzame
oefeningen.
Toen het uurtje voorbij was zijn mijn oma en ik nog even
buiten gaan kletsen met andere vrouwen. Mijn oma kent deze mensen dus ze wilde
dat ik mij even zou voorstellen. De lerares kwam ook nog even naar me toe en
vroeg aan mij hoe ik het vond. Uit beleefdheid heb ik verteld dat ik het erg
leuk vond. Ik kon het niet maken om te zeggen dat ik het saai vond, iets wat in
principe ook een vooroordeel is.
Het verbaasde mij dat oudere vrouwen nog zoveel doen om fit
te blijven. Ik vond het leuk om te zien dat zij er nog veel plezier aan hadden.
Ondanks dat mijn oma veel alleen is vind ik het fijn om te zien dat ze door
haar yoga les even contact heeft met de andere oudere vrouwen. Zo heeft ze wel
sowieso 1 keer per week interactie met anderen.
Sean's praktijkervaring
Als ik aan praktijkervaring denk, denk ik aan een stage of
een werkervaring met ouderen. In principe heb ik geen ervaring met deze 2
dingen, maar denk ik wel dat ik genoeg praktijkervaring heb omdat ik vaak met
ouderen in aanraking kom bij de voetbalclub, tijdens school projecten of in het
dagelijks leven. Als je het zo bekijkt, heeft iedereen wel een praktijkervaring
met ouderen.
Tijdens de vorige leerperiode op school hebben wij studenten
een adviesrapport voor de gemeente Sittard-Geleen moeten schrijven waarbij wij
adviezen gaven over de manier waarop zij mensen met een beperking konden laten
participeren in de wijk Leyenbroek in Sittard. De wijk Leyenbroek is een wijk
waarin veel ouderen wonen.
Om een beter beeld te krijgen over een advies dat
gegeven moest worden, zijn wij studenten de wijk in gegaan en hebben gepraat
met de mensen in de wijk over het thema participatie. Gezien het feit dat er in
de wijk veel ouderen aanwezig waren, zijn wij toen veel in aanraking gekomen
met de oudere mens.
Tijdens deze interviews viel het mij op dat de ouderen erg
vriendelijk waren en open stonden voor het onderwerp participatie, voornamelijk
gericht op de participatie van mensen met een beperking.
Verder zijn wij in het ouderencentrum Vivantes in Geleen
geweest om daar een interview te houden met een persoon die nauw betrokken was
bij het onderwerp participatie van de mensen met een beperking. Omdat wij in
dit ouderencentrum aanwezig waren, kregen wij vragen van de ouderen over onze
aanwezigheid in het ouderencentrum. Ik ervaar de ouderen dus als een zeer
betrokken, nieuwsgierige doelgroep die openstaat voor verandering, zolang deze
verandering goed uitgelegd wordt richting de doelgroep.
maandag 2 juni 2014
Sekse, gender & seksualiteit
2,7 miljoen ouderen in 2012
De bevolking van Nederland is
geleidelijk aan het vergrijzen. Vergrijzing houdt in dat het aandeel ouderen in
de totale bevolking toeneemt (zie Icoon: Interne link naar documentWat zijn de
belangrijkste ontwikkelingen in het verleden?). Op 1 januari 2012 telde
Nederland 2,7 miljoen ouderen (personen van 65 jaar en ouder). Dit komt neer op
16% van de totale bevolking. Daarnaast is sprake van 'dubbele vergrijzing'. Dit
houdt in dat binnen de groep 65-plussers het deel 80-plussers toeneemt. Op 1
januari 2012 waren er 686.000 mensen van 80 jaar en ouder, wat neerkomt op 4%
van de bevolking. Van de 65-plussers was 25% ouder dan 80 jaar
(Nationaalkompas, 2013).
Meer oude vrouwen dan oude mannen
Van alle 65-plussers was op 1
januari 2012 1,2 miljoen man (44%) en 1,5 miljoen vrouw (56%). Onder de
80-plussers was zelfs 65% vrouw. De oudere bevolking is dus ongelijkmatig
samengesteld naar geslacht: hoe hoger de leeftijd, hoe kleiner het aandeel
mannen in de bevolking (zie figuur 1). Dit hangt direct samen met verschillen
in sterftekansen naar geslacht: op alle leeftijden hebben mannen een hogere
sterftekans dan vrouwen (zie ook Icoon: Interne link naar documentSterfte). In
de toekomst zullen deze scheve geslachtsverhoudingen wel minder scheef worden
vanaf 70-jarige leeftijd, omdat het verschil in levenverwachting tussen mannen
en vrouwen kleiner zal worden (Garssen, 2011).
Figuur 1: Aandeel mannen en
vrouwen in de oudere bevolking (personen vanaf 65 jaar) naar leeftijd, 1
januari 2012 (Bron: CBS Bevolkingsstatistiek).
Seksuele Oriëntatie
Roze Ouderen Salon
Maandelijks op vrijdag kleurt
locatie Delfshove roze. Zo laten we zien dat roze ouderen van harte welkom
zijn! Iedere laatste vrijdag van de maand opent 'De Roze Ouderen Salon' haar
deuren voor een ongedwongen, gezellige ontmoeting tussen senioren (vanaf 55
jaar) met een andere seksuele geaardheid. Een bijeenkomst speciaal voor
homoseksuele, lesbische, biseksuele en transgender ouderen uit de buurt, stad
en omgeving. Tijdens deze bijeenkomsten staat gezelligheid voorop en komen
diverse thema’s en (homoseksuele) onderwerpen aan bod (Pieter van Foreest,
n.d.).
Bron: www.pietervanforeest.nl
Bron: www.pietervanforeest.nl
Religie en ouderen
Religie en spiritualiteit tijdens de ouderdom
Een groot deel van de ouderen zijn gelovig en vinden spiritualiteit een belangrijk onderdeel van hun leven. Tegelijkertijd gaat de helft minder dan één keer per maand naar de kerk. Volwassen vrouwen zijn geloviger dan mannen en ze participeren meer in een georganiseerd geloof. In de VS worden langzaam maar zeker de baptisten en het katholieke geloof minder aangehangen. Men staat ook minder achter geloofsorganisaties en hun leiders, en in de spirituele- en morele status van de natie. Tegelijkertijd wordt men toleranter voor andere geloven. Deels komt dit door de babyboomgeneratie die experimenteren en onafhankelijk denken nastreeft. De sterkte van de geloofsovertuiging kan variëren tijdens het leven: bijvoorbeeld jongvolwassen sterk, middelbare leeftijd zwak en met ouderdom weer sterk. Een betekenisvol geloof hebben en daar actief aan deelnemen is gecorreleerd met meer levensgeluk. De richting van de causale relatie is echter nog niet duidelijk.
Een groot deel van de ouderen zijn gelovig en vinden spiritualiteit een belangrijk onderdeel van hun leven. Tegelijkertijd gaat de helft minder dan één keer per maand naar de kerk. Volwassen vrouwen zijn geloviger dan mannen en ze participeren meer in een georganiseerd geloof. In de VS worden langzaam maar zeker de baptisten en het katholieke geloof minder aangehangen. Men staat ook minder achter geloofsorganisaties en hun leiders, en in de spirituele- en morele status van de natie. Tegelijkertijd wordt men toleranter voor andere geloven. Deels komt dit door de babyboomgeneratie die experimenteren en onafhankelijk denken nastreeft. De sterkte van de geloofsovertuiging kan variëren tijdens het leven: bijvoorbeeld jongvolwassen sterk, middelbare leeftijd zwak en met ouderdom weer sterk. Een betekenisvol geloof hebben en daar actief aan deelnemen is gecorreleerd met meer levensgeluk. De richting van de causale relatie is echter nog niet duidelijk.
Religie en gezondheid
Doorgaans is er ook een positief verband tussen geloof en gezondheid, op enkele stromingen na die bijvoorbeeld medicijnen afzweren. Mogelijk dat dit positieve effect op gezondheid sterker geldt voor vrouwen, zo bleek uit longitudinaal onderzoek (McGullough en Laurenceau, 2005). Deze positieve effecten ontstaan waarschijnlijk doordat sommige religies: een vorm van gezondheidszorg-steun geven, gezondheidsgedrag bevorderen en sociale steun geven waardoor angst, depressie en eenzaamheid voorkomen wordt. Geloof genereert vaak ook hoop en de motivatie tot herstel. Sommige onderzoeken laten zien dat bidden stress, pijn en spierspanning kan verlichten. HIV patiënten die aanmerkelijk langer leefden dan verwacht, onderscheiden zich door een actief geloof.
Doorgaans is er ook een positief verband tussen geloof en gezondheid, op enkele stromingen na die bijvoorbeeld medicijnen afzweren. Mogelijk dat dit positieve effect op gezondheid sterker geldt voor vrouwen, zo bleek uit longitudinaal onderzoek (McGullough en Laurenceau, 2005). Deze positieve effecten ontstaan waarschijnlijk doordat sommige religies: een vorm van gezondheidszorg-steun geven, gezondheidsgedrag bevorderen en sociale steun geven waardoor angst, depressie en eenzaamheid voorkomen wordt. Geloof genereert vaak ook hoop en de motivatie tot herstel. Sommige onderzoeken laten zien dat bidden stress, pijn en spierspanning kan verlichten. HIV patiënten die aanmerkelijk langer leefden dan verwacht, onderscheiden zich door een actief geloof.
Religie in ouderen volwassenen
Tussen de 55 jaar en de 70 jaar neemt de spiritualiteit sterk toe. Bij vrouwen is die toename sterker dan bij mannen. Er is een correlatie tussen religie op jongere leeftijd en op latere leeftijd, in die zin is het ‘jong geleerd, oud gedaan’. Mensen van 65 jaar zijn meer gelovig dan jongeren en ook meer actief daarin. Ouderen met een sterk geloof hebben meer zelfwaarde, zien meer de zin van het leven, hebben meer levenstevredenheid en zijn meer optimistisch (McGullough en Laurenceau, 2005). Geloof of spiritualiteit helpt ouderen omgaan met het verlies en afscheid die de ouderdom met zich meebrengt. In de laatste levensjaren neemt de kerkgang af, maar neemt de religiositeit en de daaruit ervaren steun vaak toe. Extra voordeel van actieve deelname door ouderen is dat ze daardoor adviezen aan jongeren kunnen geven en op deze wijze sociaal betekenisvol kunnen participeren. Soms nemen ze binnen een religieuze setting ook rollen op die ze op jongere leeftijd niet konden vervullen. Ook bidden en mediteren is gecorreleerd met langer leven, zo bleek uit een onderzoek onder christelijke gelovigen. Mogelijk omdat het de stressreactie dempt (McGullough en Laurenceau, 2005).
Tussen de 55 jaar en de 70 jaar neemt de spiritualiteit sterk toe. Bij vrouwen is die toename sterker dan bij mannen. Er is een correlatie tussen religie op jongere leeftijd en op latere leeftijd, in die zin is het ‘jong geleerd, oud gedaan’. Mensen van 65 jaar zijn meer gelovig dan jongeren en ook meer actief daarin. Ouderen met een sterk geloof hebben meer zelfwaarde, zien meer de zin van het leven, hebben meer levenstevredenheid en zijn meer optimistisch (McGullough en Laurenceau, 2005). Geloof of spiritualiteit helpt ouderen omgaan met het verlies en afscheid die de ouderdom met zich meebrengt. In de laatste levensjaren neemt de kerkgang af, maar neemt de religiositeit en de daaruit ervaren steun vaak toe. Extra voordeel van actieve deelname door ouderen is dat ze daardoor adviezen aan jongeren kunnen geven en op deze wijze sociaal betekenisvol kunnen participeren. Soms nemen ze binnen een religieuze setting ook rollen op die ze op jongere leeftijd niet konden vervullen. Ook bidden en mediteren is gecorreleerd met langer leven, zo bleek uit een onderzoek onder christelijke gelovigen. Mogelijk omdat het de stressreactie dempt (McGullough en Laurenceau, 2005).
McCullough,
M. E., & Laurenceau, J. P. (2005). Religiousness and the trajectory of
self-rated health across adulthood. Personality and Social Psychology
Bulletin, 31(4), 560-573.
Klasse en talent ouderen
Klasse:
Men kan de ontwikkelingsfase van bejaarden in twee periodes
indelen:
- De vroege ouderdom;
Dit zijn jonge ouderen van 65 tot 75 jaar. Men spreekt ook wel eens van jong bejaarden. Zij zijn net met pensioen en hebben dus voldoende financiële middelen. Zij zijn meestal nog gezond en zeer actief, ze gaan bv. nog regelmatig fietsen. Deze bejaarden hebben nog voldoende mogelijkheden om van het leven te kunnen genieten.
Dit zijn jonge ouderen van 65 tot 75 jaar. Men spreekt ook wel eens van jong bejaarden. Zij zijn net met pensioen en hebben dus voldoende financiële middelen. Zij zijn meestal nog gezond en zeer actief, ze gaan bv. nog regelmatig fietsen. Deze bejaarden hebben nog voldoende mogelijkheden om van het leven te kunnen genieten.
- De late ouderdom; Dit zijn ouderen van 75 jaar en
ouder. Men spreekt hier ook wel eens van hoog bejaarden. Zij zijn meestal
minder actief en hebben een minder goede conditie en gezondheid. Zij zijn vaak
afhankelijk en hulpbehoevend.( Lisse, 2006)
Dementerende ouderen:Dementie is een gevolg van een hersenaandoening,
meestal de ziekte van Alzheimer of een vaataandoening. Dementie wordt vaak geassocieerd met ouderdom, maar is geen
onvermijdelijk gevolg van ouderdom. De meeste 65-plussers functioneren
verstandelijk gezien goed. Het geheugen en het denken wordt doorgaans wel wat
trager en minder flexibel met het ouder worden, maar dat is een heel natuurlijk
proces. Bij dementie worden denken, oriëntatievermogen, begrip, leer- en
oordeelvermogen en taalgebruik minder, terwijl het bewustzijn helder blijft. Maar
het meest opvallende aspect van dementie zijn de ernstige geheugenproblemen. In
het begin tast dementie het korte-termijngeheugen het meest aan. Later breiden
de problemen zich ook uit over het lange-termijngeheugen. Het opnemen van
nieuwe informatie lukt niet meer, en er ontstaan problemen met lezen, praten,
schrijven en rekenen.( Mondriaan, 2014)
Bron: www.mondriaan.nl
Ouderen met een
beperking:
Een op de vijf ouderen heeft lichamelijke beperkingen
Een op de vijf ouderen heeft lichamelijke beperkingen
In 2007 had een op de vijf ouderen van 55-80 jaar een of
meer lichamelijke beperkingen. Moeite met bewegen komt het meest voor. Het
aantal ouderen met deze beperking daalt wel sinds 1996. Hoe lager de opleiding
of het inkomen, hoe meer ouderen met een of meer functiebeperkingen.
Vrouwen hebben vaker beperkingen
Oudere vrouwen hebben vaker functiebeperkingen dan oudere mannen. Een kwart van de vrouwen heeft last van lichamelijk ongemak, van de oudere mannen is dat 16 procent. De lichamelijke beperkingen nemen toe met het klimmen van de jaren. In 2007 gaf 14 procent van de 55- tot 60-jarigen aan beperkingen te hebben, bij de 75- tot 80-jarigen was dit 38 procent.
Beperkingen in bewegen gedaald
Problemen met bewegen komt het vaakst voor, gevolgd door beperkingen in het zien en in het horen. Het afgelopen decennium is het aandeel ouderen met een of meer beperkingen gedaald. Dit komt vooral doordat minder ouderen moeite met bewegen hebben. In 1996 had 18 procent van de ouderen problemen met de beweeglijkheid, in 2007 was dit 14 procent.
Problemen met bewegen komt het vaakst voor, gevolgd door beperkingen in het zien en in het horen. Het afgelopen decennium is het aandeel ouderen met een of meer beperkingen gedaald. Dit komt vooral doordat minder ouderen moeite met bewegen hebben. In 1996 had 18 procent van de ouderen problemen met de beweeglijkheid, in 2007 was dit 14 procent.
Hoe lager de opleiding, hoe vaker een functieprobleem.
Hoe lager opleiding of inkomen, hoe meer lichamelijke problemen. Een op de drie ouderen in de laagste inkomensklasse of met alleen lager onderwijs wordt geconfronteerd met beperkingen. Van de ouderen in de hoogste inkomenklasse of met een hoge opleiding heeft 12 procent beperkingen.
Bron: www.gezondheid.nl
Hoe lager opleiding of inkomen, hoe meer lichamelijke problemen. Een op de drie ouderen in de laagste inkomensklasse of met alleen lager onderwijs wordt geconfronteerd met beperkingen. Van de ouderen in de hoogste inkomenklasse of met een hoge opleiding heeft 12 procent beperkingen.
Bron: www.gezondheid.nl
Werkende ouderen:
Het aantal werkende 55-plussers is de afgelopen 20 jaar meer dan verdubbeld en zal in de komende jaren blijven stijgen. Dit stelt uitkeringsinstantie UWV in zijn donderdag gepubliceerde Kennisverslag.
De belangrijkste factoren achter deze ontwikkeling zijn de financiële prikkels van de overheid en het hogere opleidingsniveau van deze groep werknemers. De groeiende arbeidsparticipatie van ouderen betekent echter ook dat meer ouderen een beroep doen op een arbeidsongeschiktheids- of werkloosheidsuitkering.
Bron: www.volkskrant.nl
Het aantal werkende 55-plussers is de afgelopen 20 jaar meer dan verdubbeld en zal in de komende jaren blijven stijgen. Dit stelt uitkeringsinstantie UWV in zijn donderdag gepubliceerde Kennisverslag.
De belangrijkste factoren achter deze ontwikkeling zijn de financiële prikkels van de overheid en het hogere opleidingsniveau van deze groep werknemers. De groeiende arbeidsparticipatie van ouderen betekent echter ook dat meer ouderen een beroep doen op een arbeidsongeschiktheids- of werkloosheidsuitkering.
Bron: www.volkskrant.nl
Relaties
Alleen zijn is ook
maar alleen. Ook voor senioren zijn relaties en andere contacten van vitaal
belang. Ze willen samen oud worden. Daarnaast willen ze bestaande contacten
onderhouden en nieuwe mensen ontmoeten. Het leven staat niet stil na 60.
Ouderen willen over het algemeen nog zoveel als mogelijk met anderen om kunnen
gaan.
Wonen
Om goed te kunnen
leven dient je huis een baken van rust en veiligheid te zijn. Uitzonderingen
daargelaten, geldt dat voor alle mensen. Hoe kijken senioren naar hun woonplek?
Zij willen wonen in een gemêleerde buurt met mensen van verschillende
leeftijden. Het liefst blijven ze in hun vertrouwde buurt. Bij hen leeft dan
ook een grote wens om hun eigen woning aan te passen, zodat ze niet hoeven te
verhuizen. Ouderen willen daarbij ook zo lang mogelijk zelfstandig en plezierig
wonen.
Talent/Handicap:
Wat zijn senioren eigenlijk voor soort mensen? Het is
mogelijk een algemene beschrijving, een soort van psychologisch profiel, van
deze steeds groter wordende groep Nederlanders te maken.
Het zijn mensen met eigentijdse wensen. Ze zijn niet saai,
maar hip en actief als het kan.
Senioren zijn kritische consumenten voor wie de prijs minder
belangrijk is, maar KWALITEIT en persoonlijke aandacht daarentegen wel belangrijk zijn.
Het verlies van rollen
Verlies is een overkoepelend thema bij ouderen, en dat
begint bij het verlies van rollen. Als de kinderen het huis uit zijn vervalt de
rol als verzorger, en het pensioen betekent het einde van de rol als werkende.
Daarmee, zegt Aarssen, "staat het ouder worden in het teken van
overgangsmomenten. Het is de fase dat familiebanden weer belangrijker worden,
maar ook veranderen. De rol van verzorger verschuift bijvoorbeeld vaak van
ouder naar kind." Het zijn juist die overgangen die voor problemen kunnen
zorgen. Engel: "Een reactie die we vaak zien is 'claimgedrag' - moeders
die de hele dag bij hun volwassen kinderen aan de telefoon hangen en zich
overal mee bemoeien. Tot de omgeving er helemaal gek van wordt." Aarssen
vult aan: "Eén familie had zelfs een hotline voor hun moeder, een aparte
telefoon waar alleen zij het nummer van had. Dan wisten ze in elk geval als zij
het was die belde."
Hier blijkt ook meteen het belang van een systemische
benadering voor problematiek bij ouderen: de problemen zijn vaak relationeel
van aard, wat betekent dat de omgeving onderdeel is van het probleem, én van de
oplossing. Dat begint al bij het feit dat ouderen meestal door anderen worden
aangemeld voor hulp. Aarssen: "Dat kunnen de kinderen zijn, of de
huisarts, of iemand van een verpleeg- of verzorgingshuis." Problemen bij
ouderen die door de omgeving gesignaleerd worden zijn bijvoorbeeld verwaarlozing,
eenzaamheid, depressie of verslaving aan alcohol of medicatie. Engel: "Ook
zien we veel dat oude trauma's weer naar boven komen. Juist door het ouder
worden en het verlies van rollen, raken mensen ook hun oude copingstrategieën
kwijt. Hard en veel werken is bijvoorbeeld een beproefde strategie om
traumatische ervaringen weg te drukken. Als mensen dan stoppen met werken komt
dat allemaal weer naar boven. Bij de huidige generatie ouderen spelen vaak
oorlogstrauma's weer op." ( Vehmeyer, 2014)
Bron: www.rino.nl
Sociale kaart doelgroep ouderen
Voor ouderen zijn de meest voorkomende organisaties waar zij terecht kunnen met
hun problemen hieronder weergegeven.
-
Paramedici; Fysiotherapeut, ergotherapeut,
cesartherapie, logopedist, diëtiste
-
Thuiszorg; Wijkverpleegkundigen, verzorgenden,
huishoudelijk medewerkers
-
Maatschappelijk werkers, psychologen
-
Afhankelijk van regionale afspraken; Casemanagers
dementie
-
Welzijnsorganisaties; Coördinator, vrijwilligers
-
Verzorgingshuizen; Verzorgende,
teamleiders
-
Verpleeghuizen ; Specialiste ouderengeneeskunde, maatschappelijk werker
-
GGZ ouderenzorg; Psychiatrisch verpleegkundige
-
Poli’s ziekenhuizen; Verpleegkundige
Gemeente Sittard-
Geleen heeft verschillende activiteiten voor ouderen op het gebied van sport. Het
doel van deze activiteiten is dat de senioren laagdrempelig (weer) aan het
sporten of bewegen te krijgen. Dit is goed voor hun gezondheid en ook goed voor
welzijn omdat het een goed gevoel heeft. Dit heeft te maken doordat sproten in
een groepsverband plaats vindt, zo heeft sporten ook een sociale kant. Het
sociale netwerk van de senioren kan zo in stand blijven. Professionele organisatie zijn PIW en de
Sportstichting.
Activiteiten van de professionele
instellingen:
- Fit ouder worden
- Meer bewegen voor ouderen
- Zwemmen voor ouderen (en bepaalde groepen)
Activiteiten van de vrijwilligersorganisaties:
- koersbal
- Jeu de boules
Activiteiten
algemeen ; Dit geregeld door de GGD ZL.
- Preventiewerk ouderen
- Preventiewerk roken
- Preventiewerk alcohol
De gemeente heeft ook
professionele instellingen di informatie en adviezen geven. Dit met als doel
zelfredzaamheid van de ouderen te vergroten. Zo zouden de meeste ouderen langer zelfstandig
in hun woning/ woonomgeving kunnen blijven wonen. Dit wordt over de hele stad
aangeboden. De laatste drie activiteiten van hieronder zijn activiteiten van
vrijwilligersorganisaties.
-
Zorgloket
-
Algemeen maatschappelijk werk
-
Bieb aan huis
-
Ouderenwijzer
-
Geheugentraining
-
Raad en daad
-
Sociaal raadsliedenwerk
-
Steunpunt mantelzorg
-
Wel zo handig
-
Sociale alarmering
-
Clientondersteuning
-
Ouderen adviseurs
-
Informatiemiddagen en avonden
-
Dag van de ouderen
Verder heeft de
gemeente ook verschillende activiteiten die gericht zij op ontmoeting en
sociale culturele activiteiten. Het gaat dan voornamelijk om de sociale
relaties te versterken. Dit wordt vaak in gezet om eenzaamheid te voorkomen of
te wel op te lossen. Deze activiteiten worden vaak aangeboden van uit de
wijkontmoetingscentra waar alle aanbieders gebruik van kunnen maken. Dit wordt
aangeboden door Orbis, Vivantes en PIW en vele vrijwilligersorganisaties
bijvoorbeeld KBO, ANBO, zonnebloem, etc.
-
Maatschapesproject voor ouderen
-
Telefooncirkel
-
Maaltijdvoorziening
-
Clientondersteuning
-
Sociale alarmering
-
Sociaal culturele activiteiten
In het wijk- of
buurtcentrum worden ook aantal activiteiten georganiseerd door vrijwilligers.
Zoals;
-
Open inloop
-
Kienen
-
Sjoelen
-
Wandelen
-
Rummicub
-
Cursus bloemschikken
-
Cursus veiligheid voor ouderen
-
Computercursus
-
Kookcursus
-
Zingen
-
Bridgen
-
Handwerken
-
Feestmiddag/ avond
-
Bezoeken zieken
-
Uitstapjes
-
Ouderesoos
-
Creaclub
Abonneren op:
Posts (Atom)